Loading color scheme

Kantoorverlichting

Belangrijke zaken voor verlichting van beeldschermwerkplekken zijn:

De verlichting mag niet teveel verblinden:
De mate waarin een armatuur tot verblinding kan leiden wordt uitgedrukt in de UGR waarde ("Unified Glare Rating"). Voor kantoren: UGR < 19 aanbevolen. Tekenkamers UGR < 16 voor optimaal visueel comfort. Indirecte verlichting, waarbij men niet rechtstreeks in de lichtbundel kan kijken, wordt daarom veel in werkplekverlichting toegepast.

De verlichting moet de juiste kleur hebben:
Voor kantoren wordt vaak een kleurtemperatuur van 3000 Kelvin gebruikt (kleurnummer 830 van TL-buizen) Onderzoek toont aan dat "daglicht“ beter is voor de gezondheid en energie. Dit is witte verlichting met een kleurtemperatuur van 4000 Kelvin. Om productief en alert te blijven is het werken onder daglicht beter. Winterdepressie wordt hiermee bestreden.

De verlichting mag niet (onzichtbaar) knipperen:
LED en TL verlichting kunnen knipperen (flickering) in een tempo dat voor het menselijk oog onzichtbaar is. Deze knippering zorgt voor vermoeidheid aan de ogen, hoofdpijn of migraine en heeft een negatief effect op de concentratie en prestaties van de medewerker. NoordLed past een LED driver toe die vrij is van flickering.

De verlichting moet de juiste sterkte hebben:
De NEN-EN 12464-1:2011 (nl) gaat uit van een minimale verlichtingssterkte van 500 lux. Daglichttoetreding via ramen of lichtkoepels draagt ook bij. Oudere werknemers hebben meer licht nodig dan jongeren.

De Europese Unie heeft normen opgesteld voor luxwaarden in diverse binnenverlichtingsomgevingen. Deze normen voor verlichting staan genoteerd in de NEN 12464-1:2011. Lux is de meeteenheid voor de mate van verlichting in een ruimte. Dit betreft zowel kunstmatig licht alsook daglicht. De vereiste Luxwaarde verschilt met de soort ruimte en de taak die op een plek verricht wordt. We spitsen ons in dit stuk verder toe op de Luxnormen voor kantoren.

In de NEN 12464-1:2011 wordt in kantoren uitgegaan van drie ‘soorten’ omgevingen:

- Taakgebied; de plek waar werktaken, zoals beeldschermwerk, uitgevoerd wordt
- Directe omgeving; de directe omgeving van het taakgebied
- Achtergrondomgeving; de overige omgeving waar niet (in de buurt) gewerkt wordt

Taakgebied
Voor het taakgebied geldt een minimum lichtsterkte van 500 lux of meer. Voor een goede waarneming van informatie op het beeldscherm is het van belang de verlichting en de beeldschermapparatuur goed op elkaar af te stemmen. Hiertoe is het enerzijds van belang dat er voldoende licht is en anderzijds is het van belang dat de verlichting geen hinder oplevert bij de taken. Indirecte verlichting aangevuld met werkplekverlichting is zeer geschikt voor beeldschermwerk, omdat de spiegelingshinder in beeldschermen hierbij minimaal is.

Directe omgeving
Voor de directe omgeving gelden lagere verlichtingseisen. Als norm wordt voor de directe omgeving uitgegaan van een luxwaarde van minimaal 300 lux of meer.

Achtergrondomgeving
Voor de achtergrondomgeving gelden de laagste verlichtingseisen. Hier wordt een verlichtingswaarde van minimaal 165 lux of meer als voldoende beschouwd. Immers: hier hoeft niet gewerkt te worden.

NoordLed heeft ruime ervaring met het verlichten van kantoren. Wij helpen u graag verder.